Van gesloten afdeling voor mensen met dementie naar een open-deurenbeleid: binnen De Vijverhof hebben we hier weloverwogen én goed voorbereid naartoe gewerkt. Hoe heeft de verpleging de eerste maanden met het nieuwe systeem ervaren? We vroegen het Cas Habben Jansen.
“Ik vond de nieuwe werkwijze in het begin best raar”, vertelt verpleegkundige Cas eerlijk. “Toen ik begon met werken in de zorg, waren alle deuren van de pg-afdeling op slot. Ik had altijd een codesleutel bij me om de deuren te kunnen openen. Als ik nu begin met mijn dienst, staan alle deuren open en zijn sommige bewoners beneden. Dat is voor mij nog steeds een rare gewaarwording, maar het is natuurlijk fantastisch dat deze bewoners nu meer vrijheid hebben. Als het mooi weer is, kunnen zij ook lekker even in de zon gaan zitten met een kopje koffie. Voor ons was dit altijd al heel normaal, voor deze mensen nu gelukkig ook.”
Waterdicht systeem
Cas is inmiddels erg blij met het nieuwe systeem. “Wanneer iemand in een zone terechtkomt waar diegene niet mag komen, dan krijgen wij een alarmmelding op onze mobiele telefoon. We ondernemen direct actie, dan kan er niks gebeuren. Het systeem is waterdicht, ik heb er alle vertrouwen in. Het gaat dan ook hartstikke goed. We hoeven zelf niet op te letten waar een bewoner zich in het gebouw bevindt, dat doet het systeem voor ons. En we merken dat lang niet alle mensen regelmatig van de afdeling af willen, of het gebouw uit. Het idee dat ze weg kunnen en niet meer opgesloten zijn, is vaak al genoeg. Dat geeft ons allemaal rust.”
Gebouw ontdekken
“Het is mooi om te zien dat sommige bewoners van de afdeling het gebouw ontdekken” gaat Cas verder. “Ze kunnen naar beneden om lekker een kopje koffie te gaan drinken en sommigen kunnen zelfs even naar de Koperwiek wandelen. Een paar bewoners vinden het een beetje eng dat ze hun polsbandje niet zelfstandig kunnen afdoen. Of ze zijn bang dat het gaat jeuken. We denken na over een oplossing hiervoor. Zodat alle details van deze nieuwe werkwijze straks optimaal zijn, voor iedereen.”